Leerlingenvervoer speciaal basisonderwijs kan van start, plaatsen van fysieke afscheiding niet noodzakelijk

Met het vandaag gelanceerde ‘Sectorprotocol leerlingen- en kinderopvangvervoer’  kan het schoolvervoer en het kinderopvangvervoer met ingang van 11 mei op een normale manier van start gaan. Dat stellen ondernemersvereniging KNV Zorgvervoer en Taxi en vakbonden FNV en CNV vakmensen. Het protocol sluit aan op de algemene maatregelen van het RIVM en het protocol voor en de werkwijze in het speciaal basisonderwijs en vertaalt deze naar maatregelen voor vervoerders en chauffeurs. Partijen zijn blij dat het protocol er ligt en dat er nu duidelijke richtlijnen zijn zodat vervoerders en chauffeurs zich rustig kunnen voorbereiden op de heropening van de scholen.

Anderhalve meter niet verplicht in leerlingenvervoer, ouders wel op afstand
Het is niet nodig dat kinderen in het leerlingenvervoer onderling minimaal anderhalve meter in acht nemen. Dit stelt het RIVM op basis van de protocollen voor het (speciaal) basisonderwijs, Ook hoeven er geen extra maatregelen genomen te worden om het contact tussen de chauffeur en de leerlingen te voorkomen. Persoonlijke beschermingsmiddelen of het plaatsen van een fysieke afscheiding zijn dus niet nodig.

Wel vinden partijen het van belang dat er bepaalde uitgangspunten in acht worden genomen, zodat het vervoer veilig en verantwoord kan worden gedaan. Dat betekent dat ouders er zoveel mogelijk voor zorgen dat kinderen klaarstaan. Ook blijven ouders op anderhalve meter afstand van het voertuig. De chauffeur zorgt voor veilig gordelgebruik en zorgt dat een rolstoel vastgezet wordt.

Sociale partners: neem ook zorgchauffeurs mee als te testen beroepsgroep
Bij zowel chauffeurs als ondernemers leven er nog vragen over het testen van chauffeurs op COVID19. CNV, KNV en FNV begrepen van het RIVM dat het testbeleid nog in ontwikkeling is en deden alvast de oproep om ook chauffeurs een plek te geven in het testbeleid.

KNV: zorg voor onderlinge afstemming voordat de scholen opengaan Voorzitter KNV Bertho Eckhardt is blij met het protocol. Hijgeeft aan:  “Voor de ondernemers is het van belang dat er lokaal en regionaal goed overleg plaatsvindt tussen scholen, kinderopvangorganisaties, vervoerders en gemeenten. Het protocol bevat richtlijnen die door de betrokkenen kunnen worden gebruikt bij hun onderlinge afstemming. Benut daarom de tijd tussen nu en 11 mei om te overleggen. Kijk daarbij ook naar wat het betekent voor de kosten van het vervoer wanneer starten nog niet kan”.

FNV: chauffeurs mogen zich niet gedwongen voelen weer te moeten beginnen met leerlingenvervoer Ook FNV-bestuurder Minke Jansma is blij met het protocol: “Het is belangrijk dat we als werknemers en werkgevers samen optrekken. Chauffeurs zijn blij dat ze weer aan het werk kunnen maar uiteraard leven er ook zorgen over heropstarten van het vervoer, zeker bij chauffeurs die tot de risicogroepen behoren. Zij hebben vragen als: kan ik wel aan het werk? Loop ik geen onnodig risico? Mijn advies is dus om hierover te overleggen met het personeel. We willen allemaal graag weer aan het werk, maar mensen uit risicogroepen hoeven in dit vervoer niet aan het werk.”

CNV Vakmensen: protocol is levend document en kan aangepast worden als omstandigheden daarom vragen Bestuurder CNV Vakmensen Agostino di Giacomo Russo: “We realiseren ons ook dat er nog veel vragen zullen komen. Mogelijk komen er voor 11 mei nog nieuwe inzichten. Daar zullen we zo goed mogelijk op inspelen. Het protocol is een levend document dat voortdurend geüpdate kan worden. Ook zal het protocol nog worden voorgelegd voor goedkeuring aan de Arbeidsinspectie.”